Toppoging
Fri, 08/19/2016 - 16:22 - Vincent Perrin
“Oh oh oh, wat een ellende!” In een poging tot imitatie van Geer en Goor proberen we er de lol van in te zien. Het blijkt de lijfspreuk van Team Vincent, Bas Visscher en Regien te worden. Als ik, Regien, zo terug kijk vanuit een luxe hotelkamer in Islamabad naar de afgelopen week begon de ellende met een prachtige ‘halo’. Een regenboog cirkel om de zon heen, het weerverschijnsel dat een alarm moet zijn voor slecht weer op komst.
Op weg naar het ingerichte Advanced Basecamp (ABC) zien we dit verschijnsel. Na een week stralend weer slaat het om en moeten we onze voorgenomen beklimming staken, zoals Bas Visscher vertelde in de vorige blog.
Voorgenomen wand bij de First West Virjerab Gletser
Na een zware tocht terug naar het basiskamp nemen we twee dagen rust om bij te komen en een nieuw plan te maken: een route waarbij je minder last hebt van de slechte condities en die ook in minder weer te doen is. Het blijft regenen, regenen en regenen. We hebben deze dagen bijna geen zicht verder dan de morenen rondom het basiskamp. Dat zorgt ervoor dat we weinig op verkenning kunnen gaan in de Kut vallei (je zou toch denken dat we hier onze roeping moeten vinden) en de Spregh Yaz gletsjer, waar de bergen wat minder rotsachtig zijn. Gelukkig zijn Bas vd Ploeg, Bas Visscher en Vincent de eerste dag in het basiskamp op verkenning gegaan richting de Spregh Yaz gletsjer. Aan de hand van hun foto’s en de eerder verzamelde foto’s van internet kunnen we ons redelijk oriënteren en een nieuw plan maken.
De locatie van ons basiskamp is geïnspireerd op foto’s en het expeditieverslag van een Poolse expeditie in 2012. We besluiten de weg te kiezen waarbij het succes op een beklimming zo groot mogelijk is, dan maar minder technisch, en treden in de voetsporen van de Poolse expeditie. We kiezen de enige lijn die beschut is tegen de serac’s, op de berg die zij al hebben beklommen: Khushrui Sar, met een overschrijding naar de nog onbeklommen peak 6099 in de onrealistische hoop Sjoerd en Bas van der Ploeg een high five te geven op de top. Zij proberen peak 6099 van een andere kant te beklimmen.
Heel wat potjes beachbal, boekbladzijdes, schranspartijen en films later voelen we ons aangesterkt en staan onze tassen ingepakt klaar voor een 3e en laatste ronde sufferen. Bas van der Ploeg en Sjoerd zijn de vorige dag vertrokken om hun originele ABC te verplaatsen van 4500m naar 5000m. Wij zijn van plan om in een keer door te lopen naar bivak 2 op het kaartje, een tukkie te doen tot 01.00u en dan de beklimming naar Khushrui Sar met traverse naar peak 6099 te starten. Het weer is nog steeds %^$@*!# maar volgens het weerbericht dat we van Thao (vriendin van Bas vd Ploeg, topper!! ) doorkrijgen en via het satellietinternet binnenhalen zal alles beter worden.
“SNEEEUWBALLENGECHT!!” mijn kreet wordt door Bas Visscher beloond met een grote sneeuwbal op m’n hoofd. Het sneeuwt, en niet zo’n beetje ook. We zijn na 5u ploeteren met zware rugzak door lastig terrein bijna op de hoogte waarop we ons tentje willen opzetten. M’n hoogtemeter aan de pols is het enige bewijs hiervan, ons zicht is niet meer dan 15 meter. We besluiten op het eerste beste vlakke stuk de tent op te zetten om te schuilen, dan kijken we daarna wel weer verder.
In het basecamp hadden we het fantastische slaapplan om één Bibler (lichtgewicht tentje voor 2p) mee te nemen en een bivakzak. In plaats van een 2e, relatief zware, Bibler. Vincent was die dag jarig dus we hebben hem als cadeau een fantastische nacht onder de sterrenhemel beloofd. Dit plan eindigde met drie iets te brede klimmers in een iets te krappe Bibler. Alle tassen en schoenen mochten in de bivakzak om alles zo sneeuwvrij mogelijk te houden. Bright side: Vincent had z’n telefoon meegenomen en kon ons verblijden met een breed repertoire aan Franse chansons.
Van het weerbericht snappen we niets meer en we kijken om de zoveel tijd uit de kleine kier wat de sneeuwstatus is. En het lijkt op te klaren, we kunnen de wand zien! Het blijkt dat we precies op de goede plek zijn neergestreken. Zouden we..? Heel misschien..? Dan toch nog…?
De Jetboil gaat aan en we bereiden ons drie gangenmenu (Noodlesoepje -droogvries gehaktschotel – groene thee). Met het ondergaan van de zon lijken de wolken ook te verdwijnen. We besluiten onze hoopvolle schoenen aan te trekken en ons originele plan voort te zetten. De wekker staat om 01.00u en we maken onze tassen klaar in het laatste licht.
Met een prachtige heldere sterrenhemel zetten we de eerste stappen op onze stijgijzers. Yes! Het heeft gevroren, de sneeuw lijkt mooi hard te zijn. We kunnen tempo maken terwijl het terrein wat steiler wordt. De donsjas gaat uit, de temperatuur is niet eens onder het vriespunt, en de bijlen worden erbij gepakt. De benen voelen toch wat zwaar na de aanloop en er wordt flink wat gehijgd. We zitten ondertussen op 5000m en klimmen simultaan de 60ᵒ firnwand. Na het klimmen over iets dat een randspleet lijkt komen we op een graatje. Een mooi moment voor wat thee en een reep. We worden beloond met uitzicht over de valleien om ons heen en een opkomende zon. Daar doe je het toch voor! Terwijl ik dacht dat de maan niet meer te zien was krijg ik nog een ongewilde beloning van Bas Visscher, duty calls...
De sneeuwcondities veranderen vanaf de 1e stap van het graatje af drastisch. We zakken soms heupdiep weg of moeten door stukken blank ijs met een laagje sneeuw eroverheen klimmen. Wat een wereld van verschil. Aan touw dan en Vincent neemt de leiding. Langzaam maken we meters en Vincent graaft zich een ongeluk naar geschikte plekken om ijsboren te plaatsen. Ondertussen begint het om ons heen flink dicht te trekken en we wisselen bezorgde blikken uit. Toch zetten we door in de hoop dat het weer niét doorzet. Het geploeter gaat door en in stilte, afgezien van het gehijg, geniet ik van de lang verwachte klimmeters en de ambiance.
We zien de eerste sneeuwvlokken vallen. Binnen no time herhaalt zich het feestje van de vorige middag, het trekt compleet dicht en het begint volop te sneeuwen. We zitten op 5450m en moeten nog zeker 500 hoogtemeter naar de 1e top. Bas deelt zijn wijze woorden met ons: ‘In je klimcarrière heb je een aantal troefkaarten voor epics, is dit het waard om er eentje in te zetten?’. We besluiten samen dat het antwoord ‘nee’ is en beseffen tegelijkertijd dat we pas halverwege zijn. Door niet naar de top te gaan kunnen we niet de glooiende andere zijde van de berg gebruiken om af te dalen. Er is maar één weg terug, dezelfde als heen. In de achteruitversnelling dus. Bas zakt in zijn eerste stappen terug weer heupdiep weg, dit beloofd nog wat.
Na 500m gezekerd afklimmen en 200m in slechte sneeuw naar beneden dansen komen we aan bij ons tentje. Moe, niet voldaan maar blij om weer veilig terug te zijn. Zo blijkt maar weer, de afdaling is vaak zwaarder dan omhoog. De sneeuw was nog zachter geworden met ijs eronder, ook in het eerste deel.
Het is middag en we zitten op een steen in de zon een droogvriesmaaltijd weg te werken. Het enige wat ons nog rest is terug gaan. Terug naar het basiskamp met alle spullen in zware tassen. Terug naar Shimshal, het dorp waar we twee weken geleden zijn vertrokken met de dragers, Terug naar Islamabad, met een busje twee dagen bouncen over de Karakorum Highway. Terug naar Nederland, met het vliegtuig en een filmmarathon. Terug naar huis, naar de lekkere douche en de luxe, waar eten onbeperkt verkrijgbaar is.
Ik heb zin om te schreeuwen: is dit nou expeditieklimmen!? Alleen maar sjouwen, zitten in het basiskamp en niet klimmen! Gelukkig maken Bas en Vincent een paar seconden later een of andere flauwe grap en besef ik me dat dit inderdaad expeditieklimmen is: het kan tegenzitten en het kan meezitten. Wat wél gegarandeerd is zijn prachtige bergen om je heen, vriendschappen, een compleet andere cultuur ervaren, jezelf fysiek en mentaal tegen komen. Alles om meer ervaren en sterker terug te komen, klaar voor het volgende avontuur. Dus, wanneer gaan we weer klimmen?
