Pic sans nom

Sat, 09/19/2015 - 14:40 - Bas vd Smeede

De dames (Saskia, Regien en Dorien) gingen een weekje in de Ecrins klimmen en dat wilde ik ook wel. Vincent Perrin sloot zich al vrij snel aan, dus ging ik met Vincent klimmen. Uitvalsbasis was Aillefroide, een mini dorpje in het hart van de Ecrins. Vincent en ik hadden de Pic sans nom in ons hoofd. Eén van de mooiste bergen hier. Toen we aankwamen was het stralend weer en dan wordt ik altijd een beetje nerveus. Blijft het weer wel zo? We besluiten maar gelijk de Pic sans nom op te gaan.De noordwand is heel bruut, maar zag ik nog niet zo zitten. De crux lengtes zijn namelijk 6b en dat klim ik nog niet momenteel. We kozen een lijn op de NW-wand uit. Bijna net zo lang (900m), maar dan 5c max. Hutten heb je aan deze kant van de berg niet, dus maakten we een bivak op de gletscher.

De ijsval waar je doorheen moet om bij de NW wand te komen zag er erg wild uit. We besloten al om 2 uur op te staan, zodat we de hele ijsval al in het donker konden beklimmen. Uiteindelijk viel hij wel mee en moesten we maar twee stukjes loodrecht ijs beklimmen. Om bij de hoger gelegen gletscher te komen moeten we nog wel een randspleet van 30 meter doorkruizen. Gelukkig kunnen we door de rots een beetje drytoolen. In de vroege ochtend bereikte we de NW-wand en begon het langzaam licht te worden. De wand zag er eigenlijk niet zo mooi uit. Behoorlijk brak allemaal. We kijken naar rechts en zien dat het NW-couloir er wel super mooi uit ziet en de keuze is snel gemaakt. Het is ook bruut koud, dus zo een couloir is wel aantrekkelijk. Lekker je D-schoenen aanhouden.

De crux is zo een 75 graden stijl, maar is helaas toch niet zo goed. Vooral opgevroren sneeuw die je niet kan afzekeren. Vincent besluit door de rotsen te gaan, maar dit is niet veel beter. Echt alles zit los en af en toe moet ik op de standplaats een paar stenen terugkoppen. De rest van het couloir is wel goed in conditie. De helft van dat heerlijke piepschuim ijs en de andere helft blank ijs. Onze kuiten hebben het zwaar en er lijkt geen eind aan te komen.

Ergens tussen vier en vijf uur komen we bovenaan het couloir. Vanaf hier kan je over de graat naar de top, wat nog maar iets van 100 meter is. De rots is echter zo brak dat ik het wel best vind. Ik eindig als alpinist graag op de top, maar om nou door een puinbak te klimmen had ik weinig trek in. De afdaling ziet er alleen net zo brak uit. Ik ben best moe na ruim 13 uur klimmen en we besluiten een bivakje te maken. De afdaling van 2000 meter gaan we toch niet halen. We instaleren ons in de zuidwand en maken een soepje in het avondzonnetje.

De volgende morgen dalen we af. De brakheid van de rots valt gelukkig mee, maar het duurt lang! In de mist pakken we een verkeerd couloir en moeten helemaal naar het dal door een lange gruishelling. Moe en voldaan komen we om zes uur op de camping, waar de dames een lekker pasta hebben klaargemaakt. Weer een mooie tocht in de pocket! Echt een aanrader!