Van het dal naar de top
Wed, 06/17/2015 - 09:00 - Bas vd Smeede
Het afgelopen jaar zat een beetje tegen voor mij. Voor sommige al bekend, maar voor andere hier het verhaal:
Juli 2014
Sas en ik zouden 5 weken naar de Alpen gaan deze zomer. We hadden het plan om een moeilijke route op de Grandes Jorasses te proberen en trainden soms wel vijf keer per week om lekker fit te zijn. Drie weken voor de vakantie zie ik een beetje zwart voor mijn ogen, terwijl we in de klimhal bezig zijn. Een paar dagen later lig ik met koorts in bed. Een griepje denk ik. Op mijn werk zijn ze verbaast dat ik me ziek meld. Ik ben immers de afgelopen 13 jaar nog nooit ziek thuis gebleven. Maar ja, een griepje kan altijd. Na twee weken is de koorts weg en lijk me iets beter te voelen. We gaan maar gewoon naar de Dolomieten en hopen dat ik snel weer opknap. De hele week ben ik nog zwak en klim maar één makkelijke tocht op de Hexenstein, nog steeds denk ik dat dit de nasleep is van het griepje. Eind van de week wordt het echter weer wat erger en we besluiten naar huis te gaan. Mijn huisarts trekt gelijk een fronzend gezicht als hij een rusthartslag van 130 meet en laat wat bloed afnemen. De volgende ochtend beld hij al dat hij een afspraak met een Hematoloog voor mij heeft gemaakt, want ik heb nog maar de helft van mijn bloed! De Hematoloog zegt dat ik me niet druk hoeft te maken. Jouw lichaam is zo gezond en fit dat het waarschijnlijk alleen een infectie in je beenmerg is. Om dit aan te tonen wil hij een beenmergpunctie doen. De uitslag zal zo een twee weken duren. Ik besef dat dit geintje nog even gaat duren en baal dat ik niet meer naar de Alpen kan deze zomer. Ik slaap die nacht slecht. Ik had op internet gezocht en vond bij zulke extreme bloedarmoede eigenlijk alleen maar enge ziektes. De volgende ochtend wordt ik om acht uur al wakker gebelt door de Hematoloog. 'Sorry Bas, maar je hebt acute leukemie', of ik gelijk naar het ziekenhuis wil komen met kleding voor een paar weken. Wat??? Ik ben uiteraard overstuur, maar bel toch gelijk mijn ouders. Het is niet makkelijk zulk nieuws aan je ouders te vertellen.
Augustus 2014
Ik krijg mijn eigen kamer toegewezen en al snel komt de arts langs voor uitleg. Hij begint met 'we gaan voor genezing, maar het wordt erop of eronder', hierna haak ik af en ben ik mijn eigen gedachten verzonken. Ze starten de volgende dag al de eerste chemo. Deze zou zeven dagen duren en ik moest daarna nog een week of drie blijven totdat mijn weerstand weer terug is. Na drie weken krijg ik weer een beenmergpunctie en de dag erna komen vijf witte jassen mijn kamer in met een somber gezicht. Helaas, de chemo heeft niets gedaan. Ik blijf nog wat nuchter en vraag of ze niet gewoon wat zwaardere kunnen geven. Ik vond de eerste namelijk wel meevallen. Dit gaat ook het plan worden en zo werd het alweer twee maanden ziekenhuis. Ik krijg gelukkkig veel bezoek van familie en vrienden, waardoor ik de dagen aardig doorkom. De nachten zijn soms wat minder. Ik ben positief over de kans op genezing, maar 's nachts ga je toch nadenken. Ik ben niet echt bang om dood te gaan, als het zover is stopt waarschijnlijk je hart er gewoon mee. Waar ik me wel zorgen over maak is Saskia en mijn ouders. Het verdriet wat zij dan krijgen, maakt mij weer verdrietig. Ook ben ik niet echt bezig met waarom ik dit nou weer krijg. Het is zo als het is. Als één van broers het zou krijgen, zou net zo erg zijn. Sterker nog, laat mij dan maar al die zooi ondergaan. Dat kan ik best aan, denk ik.
Gelukkig werkte deze zware chemo wel en dus gooide ze er maar gelijk nog één in. Inmiddels is het al eind Oktober. De artsen kunnen geen leukemie cellen meer meten, maar zijn toch te bang dat het terugkomt. Ze stellen voor een beenmergtransplantatie. Als we al je bloedcellen vervangen voor die van een ander kan het niet meer terugkomen. Mijn broers worden getest en gelukkig is mijn oudste broer een match. Je afweer cellen moeten namelijk exact hetzelfde zijn, anders gaat het mis. Ik krijg eerst een maand vrij om te herstellen.
November 2014
Ik voel me gelukkig snel weer wat beter en kan leuke dingen doen. Mijn vrienden organiseerde een boulder event in onze thuishal. Hiermee haalde ze geld op voor CAC (climbers against cancer), zodat ze toch nog iets konden doen. Ik mocht twee dagen hiervoor naar huis, dus kon hier gelukkig bij zijn. Het event was een groot succes en ze haalde maar liefst €7500,- op. Eind November pak ik nog even snel een weekendje Freyr, voordat ik weer opgenomen wordt. We klimmen de Hypothenusa, maar het valt me zwaar. Ik moet alle zeilen bijzetten om de eerste lengte door te komen. Met tranen kom ik aan op de standplaats en besef dat er aardig wat schade aan mijn lichaam is aanrgericht. Hopelijk komt het allemaal goed.
December 2014
In het Leyenburgh mogen ze geen donortransplantaties doen, dus moet ik naar Leiden. Ik krijg een nieuwe arts en gelijk het eerste gesprek begint hij met 'een beenmergtransplantatie is een heftige behandeling, je hebt ongeveer 50% kans om het jaar na de transplantatie te overleven'. Slik, dit had ik niet verwacht en ben toch weer een paar dagen van slag. Ik dacht wel verder te wezen. Maar ja, ik blijf positief en denk er wel doorheen te komen. De transplantatie gaat zonder veel problemen en slaat gelukkig aan. Een dag voor kerst mag ik naar huis! Het herstel gaat wel wat langzamer. Zo een transplantatie is inderdaad toch wel wat zwaarder dan die chemokuren. De nieuwe afweercellen vallen mijn lichaam aan en krijg flinke darmklachten, waardoor ik maar liefst 20 kg afval. Ik voel me zwak en lig alleen maar op de bank.
Juni 2015
Twee maanden geleden kreeg ik mijn eerste afweercellen van mijn broer toegedient die de laatste oude cellen moeten uitschakelen. Toevallig voel ik me vanaf dat moment ook ineens beter, kan weer eten en mijn energie komt terug. Ik begin gelijk met elke dag te trainen. Eerst met baby gewichtjes, maar de progressie gaat snel. Mijn conditie pak ik aan door veel cardio te doen.
Inmiddels zit ik op zeven maanden na transplantatie, begin weer aardig op krachten te komen en werk zelfs al weer part-time. Ik ben alweer twee keer naar Etrringen geweest en een weekje naar Orpierre. Langzamerhand begin ik weer aan de bergen te denken. Hopelijk gaat mijn volgende blog over een top!
